Nieuws

Een medewerker rijdt in een auto van de zaak. Hij heeft een Verklaring geen privégebruik ingediend. Daarom houdt de werkgever over de waarde van de auto geen loonheffing in. De Belastingdienst vraagt de kilometeradministratie op. Die maakt de medewerker achteraf op. Deze voldoet niet aan de eisen en naheffing volgt. De rechter komt eraan te pas.

In het kader van zijn echtscheiding heeft een man diverse procedures gevoerd tegen zijn ex. Alleen al voor procedures over partneralimentatie heeft hij € 30.000 advocaatkosten gemaakt. Een en ander heeft geresulteerd in een overeenkomst: over en weer zullen de ex-partners geen alimentatie verschuldigd zijn. Zijn de advocaatkosten aftrekbaar?

Een aannemer heeft in zijn BV pensioen opgebouwd. In privé staat hij er niet goed voor. Daarom sluit hij een lening van € 50.000 bij de BV. De Belastingdienst is van mening dat de lening onzakelijk is. Dit zou bovendien belaste afkoop betekenen van zijn gehele pensioenvoorziening (€ 350.000). De aannemer gaat naar de rechter.

Een aantal zelfstandige rentmeesters werken samen via een gezamenlijk gehouden BV. De BV fungeert met een gezamenlijke naam als vehikel voor facturatie en incasso. De omzet wordt per rentmeester gescheiden geadministreerd. Iedere rentmeester heeft in de BV een eigen soort aandelen en een strikt gescheiden eigen winstreserve. De rentmeesters lopen ondernemers- en debiteurenrisico. De Belastingdienst stelt dat van fiscaal ondernemerschap geen sprake is.

Een psychiater heeft zijn fiscale onderneming voortgezet in BV-vorm. Zijn vrouw werkte al mee in de zaak en komt om fiscale redenen op de loonlijst van de BV,  voor € 6.200 per maand en een auto van de zaak. Ze doet enkel administratieve werkzaamheden. Op enig moment gaat het stel apart wonen. Vijf jaar later volgt een echtscheiding en dan zegt ook de BV de overeenkomst met de echtgenote op. Ze eist ruim € 250.000 aan billijke vergoeding, gefixeerde vergoeding, transitievergoeding en autokostenvergoeding.